Nieuwe termen voor nieuwe technieken
Zoals bij veel technieken die voor kunst produktie gebruikt
worden bestaat er een behoefte aan termen die een onderscheid
aangeven tussen de breed toegepaste industriële processen en de
meer op kunst gerichte afleidingen daarvan. Terecht of onterecht
worden daar dure termen voor gebruikt. Latijn of het Frans zijn
dan de gebruikelijke bronnen. Oudere voorbeelden daarvan zijn
Lithografie, Serigrafie, Intaglio. Ook de digitale inkjet print
techniek ontkomt niet aan die behoefte. De aandacht besteed aan
het optimaliseren van de weergave van de beeldbestanden is in
het algemeen veel uitgebreider en specifieker dan verwacht mag
worden in andere toepassingen van dezelfde techniek. Naast de
aanpassingen per individuele kunstenaar, het belang van een
geschikt medium voor de inhoud van het beeld, de kondities
waarin het getoond zal worden, de archiveerbaarheid, etc zijn er
nog talloze nuances in het proces die andere termen voor deze
toepassingen van de inkjet techniek rechtvaardigen.
Korte geschiedenis
De voormalige popster Graham Nash is één van de pioniers van
de digitale kunstdruk. Rond 1985 wordt het duidelijk dat de Iris
inkjet printers in gebruik voor het proefdrukken voor offset
persen een prachtige drukkwaliteit kunnen leveren op de
traditionele kunstdruk papieren zoals Arches Velin etc. In die
periode is de term Giclée ontstaan. Jack Duganne in die periode
werkend bij Nash Studios heeft vermoedelijk de term als eerste
gebruikt: Giclée . Het oorspronkelijke Franse “gicler” heeft
nogal wat negatieve bijklanken maar “spuiten door een nauwe
opening” is het meest verwant met wat de inkjet printer doet. De
vier printkoppen van de Iris gevuld met respectievelijk Cyaan,
Magenta, Gele en Zwarte inkt werkten met piëzo pompjes die
een continue straal druppels naar het papier spuiten. De
kleurnuances ontstaan doordat een deel van die continue straal
van druppels wordt weggevangen voor het papier wordt bereikt.
Het inktverbruik was dan ook hoog en het systeem was
bovendien beperkt in afdruk afmetingen daar het papier op een
cilinder werd gespannen. De Iris printer is berucht om zijn
tijdrovende onderhoud. De toen gebruikte dye inkten gespoten
op de lompen papieren leverden een redelijk bestendigheid tegen
verkleuren maar zijn niet watervast. Niet elke museum
conservator kijkt gelukkig wanneer de term Giclée valt. Helaas
ten onrechte daar de term Giclée de Iris printers heeft overleefd
en nu gebrukt wordt voor afdrukken van de nieuwe generatie
printers. De huidige inkjetprinters met hun “drop on demand”
printkoppen, pigment inkten en printen van de rol leveren betere
drukkwaliteit, meer lichtbestendigheid, goede
waterbestendigheid en variabele (grote) formaten. Speciale
papieren zijn ontwikkeld en het assortiment is enorm uitgebreid.
Epson, Canon, HP
De eerste bijdrage aan die nieuwe ontwikkeling is afkomstig van
het Japanse bedrijf Epson. In veel printersystemen ook van
andere fabrikanten worden koppen gebruikt die dit bedrijf heeft
ontwikkeld. Sinds 1990 zijn er al een tiental generaties van deze
steeds meer verbeterde typen printers op de markt gekomen.
Midden jaren 90 brengen HP en Canon groot formaat inkjet
printers op de markt met gelijkwaardige thermische inkjet
koppen en pigment inkten die nog duurzamer zijn. Daarnaast is
er een grote markt ontstaan van toeleveranciers in software,
hardware en media die in competitie de snelle ontwikkeling van
de inkjet kunstdruk hebben bevorderd. Natuurlijk is ook de
digitalisering van de fotografie een enorme stimulans in deze
ontwikkeling.
Piëzografie, Quad, meer tinten grijze inkten
In de winter 1999-2000 werd de term Piëzography als trademark
gedeponeerd door Jon Cone. Specifiek voor zijn systeem voor
het digitaal afdrukken van zwart-wit afbeeldingen, fotos met
quad inkten op piëzo inkjet printers. De naam was al wat eerder
te berde gebracht in een van vele Epson inkjet printer
nieuwsgroepen op het internet. De term wordt onderwijl al weer
wat minder specifiek gebruikt. Wat jammer is daar het nu bijna
synoniem met Giclée gebruikt wordt. De binding met zwart-wit
afdrukken, quad inkten en zelfs piëzo inkjet printers gaat
daarmee deels verloren. Cone was niet de enige die zich in die
periode bezig heeft gehouden met het perfectioneren van de
zwart-wit afdruk. Voornamelijk fotografen die een digitale
vervanging van hun zwart-wit donkere kamer zochten.
Onderwijl zijn er verschillende systemen van inkten en software
die elkaar de loef afsteken. Na dit pioniers werk van de
voorlopers beginnen nu de grote fabrikanten min of meer
pasklare oplossingen te bieden. De eerste verbeteringen op die
systemen worden al weer beproefd door de voorlopers, er valt
altijd iets te verbeteren.
Quad inkten zijn sets van 4 tot 7 monochrome inkten met als
uitersten een heel licht grijs tot een zeer diep zwart. In enkele
gevallen zijn daar nog één of twee inkten in opgenomen met een
geringe kleur verzadiging, blauw en sepia, die een koele of
warme zwart-wit afdruk mogelijk maken. Soms is de totale
inkset gebaseerd op warmere grijze inkten. De quad sets
vervangen de gebruikelijke inkten in de printers om een mooiere
en stabielere zwart-wit afdruk mogelijk te maken. Mooier daar
de gradaties van de zwart-wit afdruk geleidelijker worden
opgebouwd zonder kleur inkten te mengen en waarbij de
rasterpunt door de lichte grijstoon niet meer zichtbaar is.
Stabieler daar er geen kans is dat er kleur afwijkingen of
verschuivingen optreden in het print proces. Dat geldt ook voor
de print/prent/foto in de jaren na de produktie. De koolstof
pigmenten die nu gebruikt worden in deze inkten bevorderen een
veel duurzamere kwaliteit van de print dan met kleur pigmenten
mogelijk is. In jaren geteld is de factor ongeveer tweemaal.
Copyright July 2011 Ernst Dinkla